Ingediend door admin-systeembeheer op do, 05/19/2011 - 09:41

De nummering van de gebitselementen

Het melkgebit bestaat uit 20 elementen. Het blijvende gebit, inclusief de 4 verstandskiezen bestaat uit 32 elementen. Tandartsen gebruiken het FDI ‘Two Digit’ systeem. Dit systeem geeft alle gebitselementen een code welke bestaat uit twee cijfers. Deze twee cijfers worden als twee aparte cijfers uitgesproken. Dat wil zeggen dat de 21 wordt uitgesproken als de 'twee-een' en niet als 'eenentwintig'.

Het eerste cijfer is een aanduiding voor het betreffende kwadrant, het tweede cijfer is een aanduiding voor de betreffende tand of kies. De kwadranten ontstaan door het gebit in 4 gelijke delen te verdelen in boven en onder en in links en rechts. De kwadranten worden genummerd van 1 tot 4 vanaf rechtsboven tot en met rechtsonder met de klok mee geteld. De gebitselementen worden genummerd te beginnen bij 1 (centrale snijtand), vanaf de middellijn oplopend richting het gebied van de kiezen tot nummer 8 (verstandskies).  

Nummering melkgebit

nummering melkgebit

Nummering blijvend gebit

nummering blijvend gebit

Ontwikkeling en doorkomen van het melkgebit

Al in de 6e week van de zwangerschap begint de ontwikkeling van het melkgebit. In een bijzonder deel van de kaak (lamina dentalis) van het ongeboren kind begint de vorming van de tand bij het glazuur startend bij de snijrand van de tand. De tand zal steeds verder opgebouwd worden richting de wortel. Na de geboorte van het kind is het melkgebit en ook al een deel van het blijvende gebit onder het tandvlees in het kaakbot aanwezig. Gemiddeld breekt als het kind tussen de vijf en acht maanden oud is het eerste tandje door. Heel soms is er bij de geboorte al een tandje te zien.

doorbraak en wisseling melkgebit

Wanneer er tandjes doorkomen wordt er door het kindje vaak gekwijld, kauwen ze op hun vingers en stoppen ze van alles in hun mond om op te kauwen. Veel kwaaltjes (rode uitslag op de billen, rood wangetje, verhoging, huilerig) worden gerelateerd aan het doorkomen van tanden. Een echt verband is echter wetenschappelijk nooit aangetoond.
Let op! Bij doorbraak van een tand of kies is het glazuur nog niet uitgehard. Hierdoor is het glazuur makkelijker oplosbaar onder invloed van zuren en is de kans op het ontstaan van tandbederf groter. 

Het is belangrijk om de voorlichting over mondgezondheid vroegtijdig te beginnen!

Een gezond melkgebit is de basis voor een gezond blijvend gebit om o.a. de volgende redenen:

  • Het vroegtijdig verloren gaan van melktanden en kiezen kan ruimteproblemen en scheefstand in het blijvende gebit veroorzaken.
  • Een slecht melkgebit is meestal het gevolg van slechte dagelijkse gewoonten, zoals te weinig en niet goed tandenpoetsen, verkeerde voedingsgewoonten zoals suikers in voeding en suikerhoudende drankjes, te veel eet- en drinkmomenten op een dag (water mag altijd!), langdurig drinken uit een fles. Al deze gewoonten kunnen leiden tot een slecht volwassen (blijvend) gebit.
  • Ontstekingen in de mond, bloedend tandvlees bij het melkgebit kunnen schade toebrengen aan de nog niet doorgebroken blijvende tanden en kiezen.
  • Melktanden en kiezen met gaatjes kunnen de eventueel aanwezige blijvende buurtanden en kiezen aantasten.

Wisselen en doorbraak van het blijvende gebit

Op 5 - 6 jarige leeftijd begint de eerste wisselfase met het doorbreken van de eerste blijvende kiezen achter de melkkiezen en het los gaan staan van voortanden. De meeste kinderen merken niets van het doorbreken van de nieuwe blijvende kiezen. Doorbrekende blijvende kiezen zijn net als melkelementen in die periode kwetsbaar voor het ontstaan van gaatjes (cariës). Het is daarom belangrijk dat ouders/ verzorgers de kinderen meenemen in een goede dagelijkse gewoonte zoals 2 keer per dag 2 minuten poetsen.
Blijvende tanden en kiezen hebben bij doorbraak al hun definitieve vorm en formaat en breken vaak scheef in de kaak door. Ze lijken ook relatief groot in het kindergezichtje omdat de groeispurt nog niet begonnen is.
Meestal lost de scheefstand zich vanzelf op, zodra de kaken gaan groeien. Soms breken de blijvende tanden net achter de melktanden door en ontstaat er een dubbele rij tanden dat voor het goed kunnen poetsen van het gebit lastig kan zijn. Ook hier lost het probleem zich meestal van zelf op, vraag bij twijfel advies aan de tandarts of mondhygiënist.

Door beweging van de mond komen de melktanden los te staan en vallen deze er vanzelf uit. In een enkel geval zal de tandarts de melktanden moeten trekken.
Naast dat het melkgebit wisselt, breken er achter het melkgebit ook 8 nieuwe grote kiezen en 4 verstandskiezen door. Het wisselen is meestal voltooid op 13 – 14 jarige leeftijd. Het blijvende gebit is echter pas compleet na doorbraak van de verstandskiezen (meestal tussen de 18 – 24 jaar). Soms breken de verstandskiezen helemaal niet door of zijn ze niet aangelegd (agenetisch).

In het schema hieronder vindt u het doorbraakschema van het blijvende gebit: 

wisselschema blijvend gebit

 

Verschillen tussen melkgebit en het blijvende gebit

Het blijvende gebit is geler van kleur omdat het glazuur van het blijvende gebit uit vrij netjes evenwijdig liggende kristallen is opgebouwd. Hierdoor kan door de lichtinval het gele tandbeen (dentine) doorschemeren. De kristallen van het glazuur van het melkgebit liggen minder netjes naast elkaar, waardoor het glazuur minder doorzichtig is. Vergelijk het met gebarsten glas wat ook minder doorzichtig en witter is dan onbeschadigd glas.

Het glazuur van het melkgebit is dunner en minder sterk! Hierdoor ontstaan er makkelijker gaatjes en slijt het glazuur van het melkgebit sneller. Op 7-8 jarige leeftijd kunnen de kauwbobbels van de melkkiezen door het kauwen al zelfs zijn weggesleten.
Ook wijkt het blijvende gebit qua vorm en grootte af van het melkgebit. Melktanden en hoektanden zijn kleiner dan de blijvende melk- en hoektanden. De nieuwe blijvende ondertanden hebben vaak een kartelrandje. Deze verdwijnen in de loop van de jaren als gevolg van slijtage door het kauwen. Op de plaats van de melkkiezen breken kiezen (premolaren) door die kleiner zijn en minder knobbels hebben dan de melkkiezen. De blijvende grote kiezen die daarachter doorbreken hebben diepere groeven (fissuren) die vaak moeilijker zijn schoon te houden. Om te voorkomen dat er gaatjes in de groeven ontstaan, worden er door de tandarts of mondhygiënist soms in de groeven sealants gelegd.
Een sealant is een wit of doorzichtig kunsthars laagje dat in de fissuur wordt aangebracht. Hierdoor wordt de fissuur afgesloten en is minder diep, waardoor er minder snel gaatjes kunnen ontstaan en de groeven makkelijker zijn schoon te houden.

De verschillende soorten gebitselementen en hun functie

Op basis van vorm en functie worden de elementen ingedeeld in snijtanden (incisieven), hoektanden (cuspidaten), kiezen ((pre)molaren).

De snijtanden zijn bedoeld om mee te kunnen afbijten, de snijtanden uit de boven- en onderkaak werken samen als een soort schaar. De hoektanden zijn geschikt om voedsel te 'grijpen' en af te scheuren. De kiezen zijn geschikt om het voedsel te kauwen en te vermalen voordat het wordt doorgeslikt.

V2-04/21

Artikel auteur

Jan Willem Vaartjes

Jan Willem Vaartjes

Tandarts-implantoloog